Verhalen

Column: Zenmeester

Een ervaring met een vlieg tijdens een intensieve meditatieweek was inspiratie voor de volgende column, die ik schreef voor weekkrant Groot Vlaardingen.

Mijn Instagramvolgers zouden me nu eens moeten zien zitten met die vlieg op m’n derde oog’, bedacht ik onbeweeglijk. In stilte lag ik in een deuk. Toen ging ik terug naar mijn ademhaling. Eééén. Twééé.

De vlieg bewoog af en toe, en leek het naar zijn zin te hebben op mijn voorhoofd. Na een paar minuten stoorde ik me niet meer aan zijn gezelschap. Wel liet ik er allerlei interpretaties op los. Vorig jaar overleed iemand, die ik sindsdien soms ‘ontmoet’ in insectjes die op me landen. Maar dat zijn altijd kleinere vliegjes en zo, geen huisvlieg zoals deze. Dat had ik er in ieder geval van gemaakt.

Misschien wil het universum mij een beetje steun bieden, mij het gevoel geven dat ik niet alleen ben, dacht ik. Al was ik niet bepaald alleen, want ik zat daar tussen veertig andere onbeweeglijke mensen. Is dit dan mijn les in concentratie? In verdraagzaamheid? In één zijn met de vlieg? Al deze gedachtes gingen door mijn hoofd. En steeds ging ik terug naar mijn ademhaling. Eééén. Twééé.

Meestal haal ik de tien niet, maar dat hoeft ook niet. De bedoeling is concentreren, afgeleid raken, opmerken, loslaten en weer concentreren. Terwijl je met een rechte rug zo stil mogelijk zit. Normaal twee keer per dag thuis, nu tien uur per dag in Lochem.

De vlieg bleef op mijn voorhoofd chillen terwijl de meditatiesessie voortduurde. Ik raakte een beetje gehecht aan mijn vlieg, die ik eerder nog irritant en ook best zielig vond toen hij en een wesp het raam aanzagen voor vrijheid. Nu betekende ik even iets voor hem en wat hij voor mij betekende kon ik zelf bepalen. Afkeer, begeerte, acceptatie… Ik was ook blij dat het niet de wesp was die op mijn gezicht verbleef. En weer terug. Eééén. Twééé.

“Nu betekende ik even iets voor hem en wat hij voor mij betekende kon ik zelf bepalen.”


Vorig jaar had ik op dezelfde plek min of meer vrede met muggen gesloten. En daarmee met mezelf. Sindsdien slaap ik een stuk beter en draag ik bewust iets bij aan de kringloop van het leven. Eééén.

Diezelfde week zag ik een dode vlieg buiten met uitgevreten ogen. Verder was het insectenlijkje nog helemaal intact en ik nam de tijd om zijn behaarde lijfje eens goed te bekijken. Ik zag de wereld door zijn prachtige vleugels. Door het raster van natuurlijke perfectie kreeg de hemel een paars-groene waas. Magisch vond ik dat. Zouden ze familie zijn? Eééééén.

Soms leek de vlieg verdwenen, zo stil als hij zat. Verder was het best gezellig eigenlijk. Maar gezelligheid bestaat bij de gratie van tijd. Na 25 minuten sloeg de zendoleider op de bel. Ik drukte mijn handen tegen elkaar voor een dankbare buiging, dit keer specifiek ook voor de vlieg die mijn leermeester was geweest. Terwijl ik met een licht verlangen en dito glimlach zo stil mogelijk naar voren zakte, vloog hij doelbewust de leegte in.

Na afloop van de sesshin waar ik de column over schreef.

Voor wie een beetje context wenst:

Vorig jaar ging ik voor het eerst op ‘sesshin’, zoals we een intensieve meditatieweek binnen het Japanse zenboeddhisme noemen. Ik zag er enorm tegenop en maakte daar toen deze video over.

De sesshin voelde zoals ik al verwachtte vaak als afzien, en toch vond ik het een geweldige, unieke en life changing ervaring. Zo fantastisch zelfs, dat ik dit jaar voor de tweede keer op sesshin ging en sinds vorig jaar zelfs bezig ben met een opleiding tot zenleraar bij de organisatie waar ik me sinds zes jaar verdiep in zen: Zen.nl. Mijn derde weeksesshin is inmiddels geboekt voor volgend jaar.

Deze column is na publicatie in Groot Vlaardingen ook gepubliceerd op de website van Zen.nl.

Dit verhaal delen op:
Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *